GereedschapMateriaal en gereedschap

Wagner verfspuitmachines: 10 tips uit de praktijk

Deel dit artikel:

De Wagner Control Pro 250 M en 350 M verfspuitmachines zijn graag geziene gasten als je snel wilt schilderen. Misschien werk je er al mee of ben je er juist nog nieuwsgierig naar. Hoe dan ook, een aantal praktische tips zijn altijd handig. Edwin Heijkamp is salesmanager bij WSB Finishing Equipment en geeft ons tien tips waar je direct mee aan de slag kunt.

Kies voor spuitlak de 250 M

Spuitlak is speciaal ontwikkeld om aan te brengen met een verfspuitmachine, want de verf is heel thixotroop. Wanneer je hem in beweging brengt, wordt de verf vloeibaarder en heel makkelijk verspuitbaar. In combinatie met de juiste spuittip (311) verwerk je deze verf onverdund en in een hoge laagdikte, waardoor je vaak maar één laag nodig hebt.
Er zijn drie spuittips met bijbehorende filter voor de Wagner Control Pro 250 M: 311 met rood pistoolfilter (voor spuitlak), 515 (muur.verf) en 517 (dikkere muurverf). Voor de laatste twee gebruik je het witte pistoolfilter.

Spuit muurverf met de 350 M

Muurverf spuiten is met de 350 M perfect mogelijk. Dankzij de hoge viscositeit moet je de verf wel iets verdunnen. Ook bij de 350 M heb je drie spuittips: 311, 515 en 517. Voor muurverf adviseer ik om te werken met de spuittip 515 in combinatie met het witte pistoolfilter.

 

HET VERSCHIL


De Wagner Control Pro 250 M gebruik je voor klussen met lak, beits, vernis en kleine muurverf projecten. De 350 M gebruik je voor klussen met lak en muurverf. Beide machines maken gebruik van de HEA-technologie (High Efficiency Airless). Dankzij deze techniek kun je met een veel lagere druk werken. Dat betekent: minder nevel, minder afplakwerk en gezonder werken. Met een supersnel en perfect eindresultaat als gevolg!

Verdun met warm water en roer mechanisch op

Moet je je verf een beetje verdunnen? Doe dat met warm water. Dan beïnvloed je de viscositeit positief en krijg je mooiere resultaten. Muurverf moet je altijd verdunnen, ca. 10% is gebruikelijk. Ook mechanisch oproeren is belangrijk. Zorg voor een schone spindel in combinatie met een accuschroefboormachine. Gebruik geen spindels die gebruikt zijn voor bijvoorbeeld egaline of sierpleister. Of maak ze heel goed schoon! Je wilt geen rommel in je muurverf hebben. Let er daarom ook op dat je het deksel niet langs je emmer afschraapt om dat laatste beetje verf mee te pakken.

Plak alles goed af

Ondanks dat de spuitmachines weinig nevel veroorzaken, raad ik aan om folie met tape eraan te gebruiken om af te plakken. Bijvoorbeeld Kip 353 Flex Mask Daarmee kun je op een hele snelle manier effectief afplakken.

Zet een proefstukje en voorkom tailing

Nu ga je de druk instellen. De 250 M zet ik met spuitlak vaak op stand 3 en de 350 M met muurverf op stand 5. Voordat je met het echte werk begint, zet je een proefstukje om te kijken of de spuitstraal goed ingesteld staat, anders kun je dit natuurlijk aanpassen.
Krijg je aan de onder- en bovenkant van de spuitbaan een wat hardere streep? Dan heb je te weinig druk en heb je te maken met wat we ook wel tailing noemen. Zet dan de pomp wat hoger, check of je verf wel op temperatuur en juiste dikte is en kijk of je pistool- en/of aanzuigfilter misschien verstopt zit. Is je pistoolfilter inderdaad verstopt? Vervang deze dan. Voor lak het rode filter, voor muurverf het witte.

Houd je spuitpistool recht en beweeg mee

Dan is het tijd om aan de slag te gaan. Houd bij muurverf altijd een spuitafstand aan van 25 tot 30 centimeter; bij spuitlak is dat ongeveer 15-20 cm. Let erop dat je je spuitpistool recht houdt. Als je teveel polsbewegingen naar links en rechts maakt dan krijg je veel meer nevel. Houd je pistool recht op het object en beweeg langzaam mee.
Let op: als je het pistool opentrekt moet je direct de juiste spuitafstand en beweging hebben, anders krijg je heel veel verf op één plek. Dan kun je zelfs met muurverf zakkers krijgen en dat wil je niet!

Werk met een kruislaag

Om het beste resultaat te krijgen kun je het beste één derde of tot de helft van je vorige spuitbaan overlappen. Bovendien moet je proberen altijd met een kruislaag te werken. Heb je eerst horizontale banen aangebracht? Ga er dan verticaal nogmaals overheen, of andersom. Als je een stuk dan niet helemaal goed hebt geraakt, los je dat altijd op met de tweede (kruis)laag.

Gebruik een verlenglans

Als je boven je hoofd gaat werken, bijvoorbeeld aan een plafond, dan gebruik je het beste een verlenglans. De verlenglans zet je direct op het pistool. Je spuittip en de spuittiphouder komen aan het uiteinde. Wagner heeft verlenglansen van 30 en 60 centimeter.

Bescherm jezelf goed!

Misschien spreekt het voor zich, maar ze zijn wel essentieel tijdens je klus: persoonlijke beschermingsmiddelen. Draag tijdens het spuitwerk altijd goede adembescherming en een veiligheidsbril.

Klaar? Houd ramen en deuren dicht

Is je werk af? Dan is het belangrijk dat de ramen en deuren dicht blijven. Je krijgt namelijk het beste resultaat als je muurverf langzaam laat drogen. Bij lakverf is dit niet nodig.

Deel dit artikel: